Jubileumboek

In 2006 de luchtbuksvereniging “Gilde St. Willibrordus” 75 jaar bestaat vinden wij als feestcommissie dat dit een goede reden is om de geschiedenis van “de Guld van Tiggelt” eens wat nader uit te zoeken en vast te leggen in dit jubileumboek.

*Teksten en foto’s samengesteld door Christ Daamen

Als hoofdman van het luchtbuksgilde schrijf ik graag een voorwoord in dit jubileumboek dat in het teken staat van het 75 jarig bestaan van luchtbuksvereniging “Gilde St. Willibrordus”.

75 jaar luchtbuks schieten is een gebeuren dat men terecht uniek mag noemen en zeker wanneer dit in verenigings verband plaats vind .
Toen onze oprichters in 1931 het luchtbuks gilde oprichtte stond deze tak van schietsport nog in de kinderschoenen en hebben zij er zeker niet bij stil gestaan dat wij 75 jaar na de oprichting van deze vereniging nog eens zouden terug blikken op wat er in al die tijd heeft afgespeeld .
Wat eigenlijk een tijdverdrijf moest zijn voor de zondagen groeide al snel uit naar een ware schietvereniging met een groot ledenaantal voor die tijd .
Vaak hebben wij de verhalen van de oud leden met plezier moeten aanhoren en hieruit blijkt dat zij een gezellige tijd hadden ondanks de beperkte vrije tijd die er toen was .

Mede door de inzet van de toenmalige besturen en leden die onze vereniging in de afgelopen 75 jaar rijk zijn geweest is onze vereniging intussen uitgegroeid tot een van de grootste Luchtbuksverenigingen van West Brabant.
Door de jaren heen als hoofdman heb ik kunnen concluderen dat onze vereniging nog steeds bloeit en dat er een goede sfeer is binnen de “Guld van Tiggelt” zoals wij in de volksmond van Rijsbergen worden genoemd .

Niet alleen het schieten is een belangrijk aspect binnen de vereniging maar ook de gezelligheid en het sociale contact is van groot belang om een goede vereniging in stand te houden.

Uit gesprekken die in het teken stonden van het 75 jarig bestaan van de vereniging heb ik als hoofdman kunnen opmaken dat de feestcommissie er alles aan gedaan heeft om deze jubileumviering tot een geslaagd einde te brengen.
Het doet mij als Hoofdman dan ook goed om te weten dat er binnen de vereniging altijd leden zijn waar een beroep op gedaan kan worden om op wat voor manier dan ook onze vereniging tot dienst te zijn.

Daarom ook dank ik het bestuur, de leden, de fam. Adriaensen en verder al diegene die de afgelopen 75 jaar van betekenis zijn geweest voor het bestaan van onze vereniging hartelijk voor hun inzet.
En hoop ik dat wij met z′n allen kunnen terug zien op een geslaagde jubileumviering en wens de vereniging het beste voor de toekomst.

 

* Aanvulling 2020.

In 2020 is het tijd om een aanvulling te geven want ook na het 75 jarig bestaan gaat “de guld van Tiggelt” gewoon door.

In de jaren voor en rond 1929 bestond er in het café aan de Huisakkerstraat in Tiggelt van Keeke Adriaensen al heel wat gezelligheid. Zo werd er zondags heel wat tijd versleten met rikken, jokeren en met mooi weer buiten centje tikken.
Zo af en toe werd er al eens gesproken over het oprichten van een “guld” of schietvereniging.
In de omgeving waren er al heel wat gilden en schietverenigingen gevestigd in de cafés en als dat op een ander kon dan moest dat in Tiggelt ook kunnen.

Maar het was een hele onderneming en het had heel wat voeten in de aarde voor het zo ver zou zijn. Op den duur had men toch al zo’n 15 man bij elkaar en konden er spijkers met koppen geslagen gaan worden.

Op een soort vergadering waar Adr. Beckers zo’n beetje de leiding had werd er besloten om met een teerfeest te beginnen. Om te teren had men wel geld in kas nodig maar er was zelfs nog geen kas. Dus hoe moest dat nou?
Pit FrijtersNa veel heen en weer gepraat wilde Pit Frijters wel een half varken verkopen aan de nieuwe club want hij was toch al van plan om een varken te slachten.

In november 1929 was het varken van Pit Frijters vet genoeg zodat de teerdag op 22 november gehouden kon worden en de oprichting van de schietvereniging “Gezelligheid kent geen tijd” een feit zou zijn.

Het varken dat bij Pit Frijters geslacht aan de leer hing woog ca. 60 kg. En dat moest nog naar Keeke Adriaensen gebracht worden. Dat transport was nog niet zo eenvoudig want heel Nederland zat midden in de crisisjaren en de naweeën van de eerste wereldoorlog (1914–1918) waren nog duidelijk voelbaar.
In die tijd mocht je niet zomaar slachten, laat staan vlees vervoeren en Pit had dat varken “zwart” geslacht en daar was geen enkele controleur aan te pas gekomen.
Op de straten patrouilleerden de commiezen en alles moest opgegeven en aangegeven worden.
Dat was niet de bedoeling want het halve varken moest zo de pan in en dus stiekem gehaald worden.

Zo gingen 5 van de ongeveer 15 nieuwbakken leden in het donker, te voet zonder kruiwagen, want die maakte te veel geluid, naar Pit Frijters in de Beemdstraat

Rinus Embregts ( Rien Kiek ) zou het halve varken wel dragen, en de rest stond op de uitkijk want vooral de “grote weg” was een gevaarlijk punt.
Na eerst wat moed ingedronken te hebben door een paar borrels vertrok men met de buit naar Tiggelt.

Met Rien Embregts in hun midden schoot het groepje als een schicht in de nacht de weg over. Door wat nu de Stokbeemd is en de Tiggeltsestraat, wat in die tijd niet meer dan karrensporen waren, kwam men aan bij het clubhuis waar al een tafel klaar stond om het halve varken klein te maken.
Omdat ze vonden dat ze wel wat verdiend hadden werd er eerst een pintje gedronken, wat vlees afgesneden en gebraden in een pan en daarna verorberd met een snee brood.
Wat op het teerfeest niet op ging zoals wat stukken zijspek, de kop en de poten werden per opbod verkocht. En een paar goede stukken vlees brachten wat extra geld op.
Dit per opbod verkopen was in die tijd een normale zaak, als een boer een beest dood had, en uitgebloed dan werd deze in stukken in de buurt uitgeveild.

Van de verkoop van het overschot bleef na de betaling aan Piet Frijters nog geld over, en zo kon er een buks, poeskes en blazoentjes tot 12 punten gekocht worden.
De eerste buks was een onderspanner met een kaliber van 6 1/3 mm.
Piet Adriaensen kocht zelf een buks die hij later doorverkocht aan de vereniging.
Zo kon er met 2 buksen in een schiettent achter het café lustig op los geschoten worden.

Op een zekere keer in 1931 ging Keeke Adriaensen naar de kerk om een mis te betalen. Pastoor Verbunt stelde toen voor om de schuttersvereniging “Gezelligheid kent geen tijd” om te dopen tot een gilde. In die tijd was de wil van de pastoor nog wet en omdat hij ook al een beschermheilige op het oog had werd de nieuwe naam voortaan “Gilde St. Willibrordus”.

Dit verhaal is na gesprekken met Jan Jacobs en Cees Daemen, die de oprichting van nabij meegemaakt hebben, opgetekend door secretaris Jo Luteijn ter gelegenheid van het 50 jarige bestaan in 1981.

De patroonheilige St. Willibrord die door pastoor Verbunt uitgezocht was is de eerste aartsbisschop van Utrecht en daarmee de grondlegger van het Rooms-katholieke geloof in Nederland. De naam St. Willibrordus is daar van afgeleid.

Willibrord werd in 658 na Christus geboren uit een voornaam en adellijk geslacht in Engeland. Als 6 jarig kind werd Willibrord door zijn vader naar een nabij gelegen klooster in Ripon gebracht waar hij een opleiding zou krijgen tot monnik.
In die tijd waren kloosters niet alleen van religieuze betekenis maar het waren ook plaatsen van kennis en orde. Monniken en priesters waren in die tijd de enigen die konden lezen en schrijven.

Op zijn twintigste werd hij officieel tot monnik gewijd en vertrok korte tijd later naar een klooster in Ierland. Vanuit Ierland reisde hij in 690 met elf reisgenoten naar het volk der Friezen om daar het christendom te gaan verkondigen.

De Friezen die toen heidens waren woonden ongeveer in wat nu het Noordwesten van Nederland is. Hun zuiderburen waren de Franken die leefden in het huidige België en Frankrijk waar het christendom al wijd verbreid was.

Voordat Willibrord aan zijn missiewerk begon ging hij eerst naar de Paus in Rome om zoveel mogelijk steun te vinden om de Friezen te bekeren.
Van hofmeier ( een soort hertog ) Pippijn II die in feite de baas over de Franken was kreeg Willibrord toestemming om vanuit Utrecht het evangelie te gaan verkondigen.
Omdat op een gegeven moment de behoefte aan een bisschop steeds groter werd stuurde Pippijn II Willibrord in 695
weer naar Rome. Hij werd daar tot aartsbisschop der Friezen gewijd en kreeg zijn bisschopszetel in Utrecht.

 St.Willibrord als aartsbisschop tussen 2 diakens

In 697 kreeg Willibrord als schenking een klooster bij Echternach op de grens van Luxemburg en Duitsland. Dat klooster werd dan ook een belangrijk scholingscentrum. Echternach werd ook een toevluchtsoord in roerige tijden voor Willibrord en hij bracht er ook zijn laatste jaren als eenvoudig monnik door.

Op een avond, toen hij op weg was naar de kerk, werd hij plotseling onwel en stierf vrij onverwacht. Het was in de nacht van 6 op 7 november in het jaar 739. Willibrord was toen bijna 81 jaar oud. Met veel eerbetoon werd hij, achter het altaar van de kerk in Echternach begraven.

7 november is de naamdag van St. Willibrord geworden en daarom vindt het teerfeest ook altijd rond deze datum plaats.

 

 * Aanvulling 2020.

DE GULD VAN TIGGELT OP REIS.

De guld van Tiggelt ofwel luchtbuksvereniging “Gilde St. Willibrordus” uit Rijsbergen is in het kader van zijn 85 jarig bestaan op reis geweest. Het doel was een bezoek te brengen aan het graf van zijn patroonheilige St. Willibrord in het Luxemburgse Echternach. In 1931 was het de toenmalige pastoor Verbunt die vond dat de schuttersvereniging “Gezelligheid kent geen tijd” omgedoopt moest worden naar “Gilde St. Willibrordus”. Die naam is afgeleid van de Heilige Willibrord, de brenger van het Rooms Katholieke geloof in de lage landen.

Het idee ontstond een paar jaar eerder tijdens de kerkelijke dienst voorafgaand aan de jaarlijkse teerdag waarin pastor van Steenhoven verhaalde over de Heilige Willibrord.

Zaterdag 23 april 2016 was het om 6.45 voor de 30 deelnemers verzamelen om rechtstreeks naar het doel in Echternach te rijden.

Een gids vertelde daar over het leven van St. Willibrord en de basiliek. Hij is in 739 als een eenvoudig monnik in het klooster van Echternach gestorven en daar achter het altaar van de kerk begraven. Zijn graf groeide uit tot een bedevaartsplaats waardoor er al in 800 een grotere kerk gebouwd moest worden. Diverse malen is de basiliek herbouwd omdat deze verwoest werd door brand en plunderingen en heeft zelfs eind 18e eeuw dienst gedaan als aardewerkfabriek. Na de laatste verwoesting tijdens het Ardennen offensief van de Tweede Wereldoorlog is in 1953 de huidige basiliek ontstaan. In de crypte staat de sarcofaag met St. Willibrord momenteel weer op zijn oorspronkelijke plaats. Sinds de middeleeuwen vindt er op pinksterdinsdag een springprocessie met duizenden deelnemers plaats naar het graf. Groepjes pelgrims, ieder met een eigen muziekkorps springen dan in de maat van processiemars naar voren, afwisselend op hun linker- en rechtervoet. Vroeger sprong men 3 stappen vooruit en 2 achteruit maar dat zorgde voor te veel chaos.

 “Gezelligheid kent geen tijd” staat ook nu nog steeds hoog in het vaandel bij de vereniging en daarom volgde na Echternach nog een stadstour en overnachting in de oude Romeinse stad Trier. Zondagochtend werd er weer op tijd vertrokken om langs de Moezel af te zakken naar het stadje Bernkastel met mooie vakwerkhuizen. Hier was een rondleiding door de stad en de keus voor een boottocht of wijnmuseum.

Zo is het door Janus Domen en Toon van den Berg uitgewerkte idee, in samenwerking met Touringcarbedrijf Ed van den Broek een zeer geslaagd weekend geworden.

Bovenste rij van links naar rechts: Toon van de Berg, Hans van de Broek, Janus Domen, Wim van de Pas, Guust Daamen.

Middelste rij: Martijn van de Reijt, Gert de Jong, Christ Daamen, Jac Sprenkels, Cerry Peeters.

Onderste rij: Rien van de Riet, Henk Jacobs, Cees Huijbrechts, Ceees Mathissen, Marien Aerts, Andre Jacobs.

 

Wat is onze vereniging nou eigenlijk want alle termen worden gebruikt maar hebben elk een andere achtergrond.
Officieel zijn wij een schietvereniging die ingeschreven is bij de Kamer van Koophandel in Breda onder de naam “Gilde Sint Willibrordus”.

De oudste schuttersgilden zijn handboog en kruisbooggilden en zijn ontstaan in de 13e eeuw na de kruistochten. Zij werden opgericht met de bedoeling om het eigen volk, aard en cultuur te bewaken en te verdedigen. Soms moest aan de grondheer militaire hulp worden verleend. Daarnaast vervulden zij een rol bij openbare feesten en officiële gebeurtenissen. Samen met een aantal kloostergemeenschappen en lekenbroederschappen zijn de schuttersgilden onze oudste, nog levende, georganiseerde cultuurvorm die hun oorspronkelijke opzet tot op heden bewaard hebben.

De meeste Brabantse gilden zijn opgericht tussen 1550 en 1650. In deze periode ( 80 jarige oorlog ) werden onze gewesten veelvuldig geteisterd door rondtrekkende, rovende en brandschattende troepen.
Om zich tegen deze bendes te beschermen vroeg men aan de overheid toestemming om een “schutte” ( het oude woord voor
Gilde ) te mogen oprichten. Hiervoor werd door de heren maar al te graag toestemming gegeven omdat zij hun eigen troepen niet altijd volledig in de hand hadden en een “schutte” bijdroeg aan bescherming en veiligheid van de burgers. Wel moesten de schutters voldoen aan bepaalde voorwaarden die omschreven stonden in de hun verstrekte “caert” of “octrooi”. Al deze gilden zijn schutterijen die vuurwapens hanteerden want alleen daarmee konden zij zich weren tegen de met vuurwapens bewapende roversbendes. Deze schutterijen ontstonden dikwijls uit al bestaande gilden die handboog of kruisboog als wapen hadden. Bijna al deze gilden hadden een sterke band met de kerk. Daarom dragen zij bijna allemaal een afbeelding van een patroonheilige in hun vaandel.

In Rijsbergen zijn drie echte gilden die beschikken over een octrooi of gildebrief namelijk:

Gilde St. Joris dat schiet met de grote kruisboog op hun eigen schietbanen aan het Rijkepad.

Het kloveniersgilde St. Bavo dat schiet met de flobert en schieten in hun eigen accommodatie de Snaphaan.

Gilde St. Sebastiaan, dit gilde is ondertussen slapend wegens gebrek aan nieuwe leden eind vorige eeuw. Dit gilde schoot met de handboog en waren thuis in café “de Zwaan” en later in café “het Hoekske”.

De leden van deze gilden kwamen over het algemeen ook uit de verschillende lagen van de bevolking, zo was de middenstand lid van St. Joris, de boeren van St. Bavo en de werklieden van St. Sebastiaan.

St. Willibrordus is dus geen gilde omdat het geen gildebrief heeft maar het eerste reglement is wel daarvan afgeleid. Bij de oprichting van “Gezelligheid kent geen tijd” had men ook niet de pretentie om een gilde te zijn want ze noemden zich een windbuks vereniging die zich ten doel stelde om de leden te oefenen in de windbuks schutterij, vanaf de 1e zondag van april tot en met de 2e zondag van oktober voor elk jaar.

In Rijsbergen bestaat nog een schietvereniging net als het onze nl. Gilde St. Hubertus dat schiet met de kleine kruisboog op de banen van café de Kruispad.

De functie van een vaandel is het herkenbaar maken van de vereniging bij officiële gelegenheden en het symboliseert de trouw aan de kerkelijke en wereldlijke macht. Bij de echte gilden mag alleen de koning(in), paus en bisschoppen bij bijzondere gelegenheden over het vaandel schrijden.

Het Vaandel

Op het vaandel is de naam van de vereniging, de datum van oprichting en een afbeelding van de beschermheilige geborduurd.

St. Willibrord is afgebeeld met in de rechterhand de bisschopsstaf als teken van de herderlijke zorg die een bisschop heeft voor zijn gelovigen en in de linkerhand de Dom toren. Deze symboliseert de zetel van het aartsbisdom Utrecht.

Adr. WillemsenDoor wie en wanneer het vaandel is gemaakt is onbekend maar het is op 12 november 1941 voor de eerste maal voor fl. 12,-
verkocht aan Jaan Willemsen voor vijf jaar.
Daarna kocht hij het vaandel ook in 1946, 1951, 1956, en in 1961.
Naast vaandeldrager was Jaan Willemsen ook nog van 1947 tot 1962 de knecht van het gilde.

Na zijn overlijden in 1963 werd het in 1964 voor de laatste keer voor een termijn van vijf jaar gekocht door Jac Aerts voor een bedrag van fl. 18. Eigenlijk was Martien Aerts, de zoon van Jac Aerts, die in 1965 zijn intrede bij het gilde deed de vaandeldrager.
Daarna is het de traditie geworden dat het laatst ingetreden lid het vaandel draagt.

De gelegenheden waarbij het vaandel getoond wordt zijn de jaarlijkse kerkgang op de teerdag en bij andere bijzondere festiviteiten waarbij het gilde officieel aanwezig is.

Vroeger ging men op de teerdag te voet vanuit het gilde lokaal naar de kerk met het vaandel voorop. Zo hadden ze een keer bedacht dat het vaandel ook wel eens te paard getoond kon worden.
Door Adriaensen zou als ruiter te paard het vaandel dragen. Het paard vond dat toch allemaal maar niets want toen Door het vaandel goed en wel vasthad schrok het zo dat het op hol sloeg en Door het vaandel weg moest gooien. Het gevolg was dat het kruis krom was en de stok gebroken. De daaropvolgende keren is men het toch maar weer gewoon te voet gegaan. De laatste keer gebeurde het met het 50 jarige jubileum in 1981.

Sinds men tijdens de teerdag niet meer vanuit het gilde lokaal vertrekt kwamen de leden samen bij Door Adriaensen in de Min. Verschuurstraat. Tegenwoordig komt men samen bij Cees Daamen in de Kerkakkerstraat en vandaar uit gaan ze dan met het vaandel voorop naar de kerk.

Bij begrafenissen van overleden leden staat het vaandel, als het op prijs gesteld wordt door de nabestaanden, voor in de kerk.
Het kruis bovenaan het vaandel en de stok van de hoofdman worden dan uit eerbied voor de overledene voorzien van een zwarte strik.

V.l.n.r. Hans v.d. Broek, Martien Aerts, Cees Daamen, Jaan Bastiaansen, Jan van Ostaaijen, Toon Godrie, Jaan Jacobs, Christ Vermeeren,
Sjaan Roovers, Christ Daamen, Mart Aerts, Christ Wagemakers, Jac Haest, Toon v.d. Berg, Drik Chantrel.

De eerste luchtdrukgeweren zijn zo rond de 16e eeuw ontwikkeld. Frankrijk, Spanje, Nederland en Oostenrijk specialiseerden zich in de fabricage ervan en er werden zo talrijke modellen gemaakt. Het waren direct luchtdrukwapens met een luchtreservoir waarin de lucht met een pomp werd ingebracht. Deze wapens waren zeer precies en handgemaakt.

De Tiroolse klokkenmaker Girandoni verbeterde dit systeem aan het eind van de 18e eeuw en al snel werden er scherp-schutters van het Oostenrijkse leger mee uitgerust. Deze luchtdrukwapens waren krachtiger en nauwkeuriger dan de voorladers die met buskruit werden gevuld en werden hoofdzakelijk gebruikt voor oorlogsvoering. Ze waren ook veel betrouwbaarder en verraadde de schutter zijn locatie niet omdat er geen rook en vuur uit kwam. Het luchtreservoir zat vol lucht en de scherpschutters konden vele malen schieten voordat het weer bijgevuld moest worden. De kalibers van die tijd waren erg groot namelijk ca. 11 tot 14 mm (.45 tot .58 inch).

Vanaf de 20e eeuw wordt er in Europa de “veerluchtdrukbuks” ontwikkeld. Het principe is eenvoudig. Een spiraalveer met bovenop een gemonteerde zuiger, die zich in een cilinderhuis bevindt, wordt samengedrukt en vastgehouden. Op het moment dat de trekker wordt overgehaald schiet de zuiger naar voren en perst lucht door een klein gaatje (transferpoort) de loop in. Hier bevindt zich de kogel die zodoende snelheid krijgt en door de loop afgeschoten wordt. Dit type buks werd door de eenvoudige constructie een groot succes. Doormiddel van moderne machines konden de buksen ook een stuk goedkoper gemaakt worden zodat ook de gewone man ze aan kon schaffen en de schietsport kon gaan beoefenen. Het hierbij tegenwoordig gebruikte kaliber is 4,5 mm (.177 inch)

Eerste buks


De eerste buks van het gilde in 1931.

 

De eerste buks waar men in 1931 bij St. Willibrordus mee ging schieten was er een van het merk ER-EM-Ce en is voorzien van een achtkantige loop. Deze buksen waren eigenlijk alleen geschikt om pluimpjes met te schieten. Om de buks te laden moest men de buks breken zodat het pluimpje in de loop geduwd kon worden en het spannen van de veer gebeurde door een hendel die onder aan de loop zat naar beneden te trekken.

Op dit moment zijn er naast de veerdrukbuksen ook persluchtbuksen, hierbij wordt in plaats van de gespannen veer gebruik gemaakt van perslucht.

Buks Feinwerkbau

Een buks Feinwerkbau bouwjaar 2005.

“poeskes”, schietkaart en een koevoetjeIn de eerste jaren van ons gilde werd als munitie een pluimpje gebruikt, deze noemde men ook wel “poeske”. Deze werden zelf gemaakt van paardenhaar die in een punt geperst werden. Door er haren van een andere kleur in op te nemen kon men zijn eigen “poeske” herkennen en ook altijd op dezelfde manier in de buks stoppen. Dit was wel belangrijk want ieder “poeske” was verschillend en had dus een eigen afschot.

Men schoot toen op kaarten die op een loden achtergrond gehangen werden en nadat op alle banen geschoten was werd het schot geteld en het “poeske” met een speciaal klein koevoetje uit het lood getrokken.
Omdat de “poeskes” toch niet zo heel nauwkeurig waren werd er vanuit de leden op aan gedrongen dat men met kogeltjes wou gaan schieten en zo is men in 1970 gaan schieten met de loden kogeltjes die wij nu nog gebruiken, de zogenaamde diabolo.

Bij de kaarten waar men in het begin op schoot was de roos 8 punten en was bijna een centimeter groot. Deze kaarten werden ook meerdere keren gebruikt totdat ze zover kapot geschoten waren dat het niet meer te tellen was. Men kon ze ook meerdere keren gebruiken omdat toch na elk schot het behaalde punt geteld werd en het poeske uit het lood getrokken moest worden. Een serie zoals men dat toen noemde bestond uit 5 schoten waarvan de punten bij elkaar geteld werden, dus kon men 5 x 8 = 40 punten halen. Een serie koste 5 cent en voor ieder roos die men schoot moest men ook 1 cent betalen in de pot voor het teren.
Christ Roovers was berucht bij het tellen, als het “poeske” maar in de buurt van de roos zat dan riep hij “een kleintje” en dat betekende dat het een roos was dus moest er weer een cent betaald worden.
Als men in een slechte serie toch nog een roos schoot kon men deze roos voorop laten zetten in een nieuwe serie zodat de volgende serie misschien toch een goede zou worden. Hiervoor moest men dan natuurlijk wel weer 5 cent betalen.

Toen de overgang naar kogeltjes kwam is men ook andere kaarten gaan gebruiken. Op de oude kaarten was maar 1 blazoen omdat men toch elk schot gemakkelijk kon tellen als het “poeske” getrokken werd maar omdat ben bij de kogels meerdere schoten in hetzelfde gat konden zijn er nu 5 blazoenen op een kaart waarop men telkens 1 schot doet. De roos werd 10 punten en had een diameter van 5 mm en later toen de wapens steeds nauwkeuriger werden is de diameter verkleind naar 2 mm. Met deze kaarten schieten wij nu nog steeds.

In 1904 woonde Petrus Huijskens al op de hoek van wat nu de Tiggeltsestraat en de Huisakkerstraat is. Hij had er een vergunning voor een bierhuis en een buurtwinkeltje.

Kee Adriaensen

In 1928 kocht Piet Adriaensen het pand en liet er een nieuw café bouwen wat uitgebaat zou gaan worden door zijn vrouw Cornelia Hereijgers in de volksmond Kee genoemd.
En zo begon Kee in 1929 met een klein café wat de naam “Buitenlust” kreeg maar beter bekend als “bij Keeë”.

En zo was de schietvereniging “gezelligheid kent geen tijd” de eerste vereniging die er thuis was en zij hadden in het reglement het volgende artikel opgenomen:
De vereniging zal ieder jaar een feestdag houden in het lokaal der vereniging en zover de kas het toelaat zal de hoofdman daar voor te zorgen hebben. De dag dat de vereniging haar feestdag viert wordt het lokaal aan de leden van de vereniging afgestaan, en is dan niet toegankelijk voor niet leden waarvoor het bestuur zal zorgen.
Met het teerfeest zal er ’s morgens een gezongen H.Mis voor de leden en overleden leden gehouden worden.

Het was ook de taak van het bestuur om de avond van te voren de aardappelen te schillen zodat de kok het de andere dag klaar kon maken. En eten konden ze vroeger want in 1948 werd er voor de 27 leden het volgende klaargemaakt:
24 konijnen, 2 kippen, 2 kg. spek, 20 broden, savooien kolen en 20 kg. aardappelen.
De konijnenvellen werden na de teerdag verkocht.

In de eerste jaren was het teren alleen voor de mannen, de vrouwen mogen pas vanaf eind jaren 50 van de vorige eeuw mee teren. Voor de oudere leden die niet meer dansten was er altijd gelegenheid om in de keuken te kaarten.
Het eerste vrouwelijke lid werd pas in 1979 toe gelaten in de persoon van Loes Boot.

Winkel en café anno 1929.

Haar man Piet Adriaensen verdiende de kost als uitvoerder van de Heidemaatschapij en die reed elke dag met zijn fiets op en neer naar zijn werk in Hoeven. De schietbanen die waren onder de afhang achter de schuur waar men over de waterput schoot. Keke overleed in 1954 waarna haar dochter Cor het café deed.
In 1963 namen zoon Jan en zijn vrouw Riet Adriaensen het café met het winkeltje over. Daarnaast had hij ook nog tuinbouw en was Jan ook nog taxichauffeur.
De naam van het café was nog steeds “Café Buitenlust” maar men noemde het nu “Jan van Keeë”.
In 1968 werd het café uitgebreid met een zaal. Nu er een zaal was kon men ook binnen gaan schieten en zo vierde men daar het 40 jarige jubileum van de vereniging met de handbediende schietbanen.


Op de foto v.l.n.r. Christ Oostvogels, Jan van Ostaaijen, Dien Chantrel, Geert Smout, de koning Drik Chantrel, Jan Huijbregts en Piet Machielsen. Boven Cees Mathijssen, de knecht Wim Adriaensen en Christ Vermeeren.

Jan bracht ook de kruidenierswaren uit het winkeltje bij de mensen in de buurt thuis en nam in het boodschappenboekje de bestelling voor de volgende week op. Was er iets vergeten dan kon het altijd in het winkeltje gehaald worden en als die dicht was liep men gewoon achterom zodat men toch niet voor niets kwam.
Dit bleef mogelijk tot 1975 toen het winkeltje gesloten werd en verbouwd tot huiskamer.

In 1971 stopte Jan en Riet met de tuinbouw en werd de akker omgetoverd tot een voetbalveld. Door de komst van het voetbalveld werden er diverse voetbalclubs opgericht met als gevolg dat er veel jeugd in het café kwam.

In 1974 vond er weer een uitbreiding plaats van de zaal en werd de oude schuur vervangen door een nieuwe schuur met garage. In deze nieuwe schuur werden ook schietbanen gemaakt zodat de men niet alles meer moest afbreken en opruimen zoals in de zaal. In de schuur bleven de schietbakken hangen zoals dat nu nog steeds is. Ook de drank werd in de schuur verzorgd en iedereen bleef daar lekker even buurten. Het viel dan soms niet mee om geconcentreerd te blijven schieten want als er weer eens wat bakken werden verteld dan werden ook de vliegen geschoten.


Opening van de nieuwe schietbanen in 1981.
V.l.n.r. Cees Mathijssen, gemeentesecretaris Gerard Kuipers, wethouder Jos van Kuick, Jan van Ostaaijen, Jaan Bastiaansen, Mevr. Hartman, Martien Aerts, Burgemeester Hartman, Jan Adriaensen, Jaan Jacobs, 
Toon Godrie, Riet Adriaensen, Christ Vermeeren en Cees Daamen.

Een grote verandering was het “Klein cafeeke” dat tussen de schuur en de zaal werd gebouwd. Hierdoor werd het schieten en het bargedeelte gescheiden van elkaar zodat er geen excuus meer was voor de geschoten vliegen. De schietbanen werden aangepast met vaste schiettafels zodat de afstand tot het doel op 7 mtr. gewaarborgd is.
Het gouden jubileum van de vereniging kon zo gevierd worden met een geheel vernieuwd onderkomen.


De trotse hoofdman Cees Daamen op zijn nieuwe schietbaan tijdens de jubileumverschieting.

Na heel wat geknutsel door Christ Wagemakers en Christ Daamen zijn de handbediende schietbanen in 1987 vervangen door automatische banen welke nu nog steeds in gebruik zijn.

De ledenfoto die gemaakt is tijdens het 50 jarig bestaan in 1981.

V.l.n.r. onderste rij: Jan van Opdorp, Ad Goossens, Jan Jacobs, Jaan Bastiaansen, Jaan Jacobs, Christ Vermeeren, Toon Godrie (koning), Cees Daamen (hoofdman), Jan van Ostaaijen, Cees Daemen, Jac Aerts, Jaan Daemen, en Cees Dekkers

2e rij: Johan Bastiaansen, Christ Vermeeren, Harrie Aerts, Christ Huijbregts, Rien van Beek, Willem Huijbregts, Sjaan Roovers, Martien Aerts, Cees Mathijssen, Door Adriaensen, Mart Aerts, Lia Vermeeren, Jan Boomaerts

3e rij: Jaan Oomen, Piet Daamen-Haest, Cees Schaliboom, Drik Chantrel, Cees van Hooijdonk,
Piet Machielsen, Frans Mathijssen, Rien Coremans,  Tiest  van den Berg, Rien Brabers, Frans Oomen

4e rij: Toon Jochems, Wim Roelands, Jan Adriaensen, Jef Verschuuren, Geert Bastiaansen,
Cees Hendrickx, Christ Wagemakers, Dre Jacobs, Cees de Koning, Jac Mathijssen

5e rij: Piet Jochems, Cees Vermeeren, Christ Daamen, Hans van de Broek,
Sil Evers, Toon van de Berg, Wim Braspenning, Jac Embregts, Piet Daamen

Bovenste rij: Rien Aerts, Guust Daamen, Jo Luteijn, Henk Jacobs, Jac Haest, Janus Domen, Jos van de Linden, Rien van de Linden en Frank Bastiaansen

Het café met zaal anno 2006.

 

 

 

Vanaf 1997 zwaait Charlie van Jan van Keeë de scepter in café Buitenlust.

Het café met zaal anno 2006.

tp ledede.Dat het gilde een gezellige en goede vereniging is mag men ook aannemen door het feit dat het in 75 jarig bestaan pas toe is aan zijn 4e hoofdman.
De hoofdman wordt door het bestuur gekozen en volgens het oude reglement moeten de leden hem als opperhoofd erkennen en hem gehoorzamen. Het is een zware functie want hij wordt geacht zoveel mogelijk zorg te dragen voor de vereniging en samen met het bestuur alles naar het gemak en voordeel van de leden regelen. Het is ook tijdrovend want er wordt van hem ook verwacht om bij iedere gelegenheid aanwezig te zijn.

Adr. Beckers
De timmerman Adr. Beckers die bij de oprichting van gezelligheid kent geen tijd in 1929 het initiatief nam werd ook de eerste hoofdman en zou dit tot 1936 blijven. In zijn periode als hoofdman was het ledental gegroeid van de 15 oprichters tot 34.

Tot zijn opvolger werd in 1936 Cees Jacobs gekozen die vanaf 1932 lid was en ook al in het bestuur zitting had genomen.

Cees Jacobs

Cees Jacobs was een eenvoudige man die van fluiten en gezelligheid hield. Hij was een echte liefhebber want naast hoofdman van St. Willibrordus was ook lid van Gilde St. Bavo.

Met de buks aan de buis van de fiets gebonden reed hij overal naartoe om te gaan schieten.
Zo gingen ze ieder jaar met soms wel 25 man op de fiets naar Hoeven voor een wedstrijd met onderweg een pitstop in Sprundel en ’s avonds op tijd thuis voor het melken.
Het kwam ook wel voor dat men onderweg een prijs kocht om thuis te laten zien dat ze goed konden schieten.

Cees Jacobs heeft de vereniging 32 jaar als hoofdman gediend en is in 1968 opgevolgd door Cees Daamen.

Cees Daamen is in 1949 lid geworden en in 1967 toegetreden tot het bestuur.
Cees Daamen werd samen met zijn vrouw Anneke thuis afgehaald en op een karretje geplaatst wat getrokken werd door de verklede knecht Wim Adriaensen. Na een ziekenbezoek bij de keizer Tom Aerts ging het naar het gildelokaal waar de nieuwe hoofdman ingehaald werd.


v.l.n.r. Jan van Ostaayen, Riet Adriaensen-v.d. Broek, Jan Adriaensen, Jo Luteijn, Cees Daamen, Anneke Daamen-Daamen en de verklede knecht Wim Adriaensen.

De hoofdman was zowel voorzitter als penningmeester. Tijdens de jaarvergadering van 1974 opperde Door Adriaensen dat de vereniging eigenlijk een schip zonder kompas was want er werden geen notulen en een behoorlijk kasboek bijgehouden. Dit ging allemaal op basis van vertrouwen en het was ook altijd goed gegaan. Er is toen ook gelijk besloten dat de hoofdman dus voorzitter zou zijn en dat er een secretaris en een penningmeester moest komen. De eerste secretaris werd
Jo Luteijn en de eerste penningmeester Jaan Jacobs.

Foto tijdens het aantreden van hoofdman C. Daamen in 1968.


v.l.n.r. liggend Martien Aerts, Cees Schaliboom. 
knielend Christ Vermeeren, Annie Huijbregts, Toon Jochems, 
Jan Huijbregts, Piet Daamen-Haest, Jaan Daemen,Net Daamen-Jacobs, Kitty Adriaensen, Jan van Ostaayen, Riet Adriaensen –v.d. Broek, Cor Mathijssen. 
2e rij, Cees Daemen, To Jochems-v.d. Broek, Cees Mathijssen, , 
Sjaan Roovers, Cees Jacobs, Cees Daamen, Anneke Daamen-Daamen, Sjan van Ostaayen-Bruijns, Net Chantrel- Embregts, Anneke Vermeeren-de Bruin.
3e rij Siska Schaliboom-Bevers , Jaan Schaliboom, Sjaan Roovers, Ria Machielsen-Oostvogels, Piet Adriaensen, Jan Adriaensen, Jaan Chantrel, Jan Mathijssen,To Mathijssen-Frijters, Jan van Veltom, Mie van Veltom-Aerts.
Bovenste rij, onbekend, Nel Bastiaansen-Herrijgers, onbekend, 
Geert Smout, onbekend, Cees Hendrickx C-zn., Jo Luteijn, Piet Machielsen, Rien van Beek, onbekend, Jaan Jacobs, Piet Mathijssen en Fien Luteijn-van Dongen.


Het bestuur van 1968 v.l.n.r. Cees Mathijssen, Sjaan Roovers,
Cees Daamen, Anneke Daamen, Christ Vermeeren, Jan van Ostaayen en Jan Adriaensen.

In de tijd van Cees Daamen heeft de vereniging flink aan de weg getimmerd en was het ledental in begin jaren tachtig van de vorige eeuw gegroeid tot 80 schutters. Cees Daamen heeft er alles aan gedaan om de vereniging actief te houden door overal zelf te gaan schieten waar het maar kon. Er werden kontakten gelegd met andere schietverenigingen overal in Brabant en over de grens in België.

Onder de leiding van hem is ook de jaarlijkse prijsverschieting uitgegroeid tot een evenement waar in de beste jaren ruim over de 200 schutters van heinde en verre kwamen.
Zijn zoektochten naar sponsors zijn ook legendarisch want hij stapte overal binnen om iets voor zijn gilde los te krijgen.

Op 5 november 1999, 31 jaar na zijn aantreden heeft Cees Daamen zijn functie als hoofdman neergelegd en is hij opgevolgd door Christ Wagemakers.

In 1979 is Christ Wagemakers lid van de vereniging geworden en van begin af aan heel actief geweest. Sinds 1985 maakt hij deel uit van het bestuur en vanaf 1989 beklede hij het penningmeesterschap.


Christ Wagemakers bij zijn aantreden met zijn bestuur 
Staand, Martin Aerts, Dre Frijters, Marian de Bont en Cerry Peeters
Zittend, Cees Huijbregts ( secretaris en koning ), Christ Wagemakers en Christ Daamen ( Penningmeester ).

En ook onder zijn leiding weet hij de vereniging heel actief en jong te houden.

* Aanvulling 2020. 

Op 8 juni 2012, twee dagen voor het koning schieten, legt Christ Wagemakers na een al langer lopend meningsverschil met de kastelein zijn functie onverwacht en per direct neer. Hij verlaat samen met de koningin, die haar titel zou verdedigen, en nog een aantal leden per direct de vereniging. Het bestuur en overige leden betreuren dit maar respecteren en bedanken hen later voor de bewezen diensten.

Er volgen een paar lastige besluiten voor de rest van het bestuur en zij beleggen daarom een extra ledenvergadering op neutraal terrein bij de Menmoerhoeve. Daar wordt unaniem door de leden besloten om door te gaan bij Café Buitenlust zoals de vereniging al ruim 80 jaar doet.

Het bestuur verkiest Rien van de Riet uit Etten-Leur tot de nieuwe en vijfde hoofdman. Hij is sinds 1995 lid van de vereniging en vanaf 2009 bestuurslid. Door zijn voortrekkersrol had hij er al voor weten te zorgen dat er vanuit Etten een groep nieuwe leden kwam waardoor het gilde een nieuwe impuls kreeg. Een uitdaging waar hij met zijn bestuur anno 2020 voor staat is om het gilde aantrekkelijk te maken voor de jongere generaties zodat de vergrijzing het hoofd geboden kan worden. 

Om de drie jaar wordt er om de koningstitel gestreden. De koning heeft zitting in het bestuur zonder stemrecht en hij hoeft geen gelag te betalen tijdens zijn koningschap.
Diegene die koning schiet is verplicht een kruis te kopen voor aan de koningsketting.
Als er drie achtereenvolgende keren de zelfde persoon koning schiet dan wordt deze tot keizer benoemd en blijft dan verder vrij van gelag.

De aftredende koning mag bepalen hoe er om de nieuwe titel geschoten gaat worden. De hoofdman krijgt drie schoten vooraf en mag als hij koning schiet de titel schenken aan eventueel de oude koning zodat deze keizer kan worden. Na de hoofdman krijgt de aftredende koning 3 kansen om zich opnieuw tot koning te schieten.

 Zo hebben wij tot op heden al diverse koningen en zelfs een keizer gehad.

 

In 1932 werd voor de 1e maal om de koningstitel geschoten en deze werd in de wacht gesleept door Adr. de Jong.

Adr. de Jong

In 1935, 1938 en 1941 lukte het Tom Aerts om drie maal achtereen koning te schieten waardoor hij dus voor het leven de titel van keizer mocht dragen.

 

 v.l.n.r. zittend Jan van Veltom,Piet Roovers, Cees Jacobs (hoofdman), Tom Aerts (keizer), Geert Roks (koning), Nil Adriaensen,

Staand Adr. Willemsen, Jan Daemen, Chr. Daamen, Riet Adriaensen, Sjaan Roovers, Dingeman Huibregts, Cees Daemen, Nil Daemen, Miet Aerts, Koos Mathijssen, Wies Aerts Mathijssen, Jac Aerts, Bet Roks, Door Adriaensen, Toon Aerts, Keke Adriaensen, Mie Adriaensen-Frijters,Jan Jacobs.

 Bovenste rij Tom Graumans, Jaan Hendrickx, Pit Frijters, Louis Chantrel, Jac Adriaensen, Jan van Beek, Cees. Aerts, Marijn Vriends, Kees Huijbregts, Kees van Rijckevorsel, Chr. Jochems, Piet Adriaensen.  

De keizerstitel van Tom Aerts wordt gesymboliseerd door een vogel i.p.v. een kruis aan de koningsketting.
Dit is ook het gebruik bij de oude gilden waarbij het koningschieten meestal op een zelfgemaakte
vogel die op een hoge paal of boom is gemonteerd was gebeurde.
Wie het laatste stukje van de vogel naar beneden schiet is de nieuwe koning.

 Het keizer worden van Tom Aerts had nog heel wat gevolgen want er moest op die 12e november 1941 opnieuw koning geschoten worden.

En die nieuwe koning in 1941 maakte een hele promotie want Geert Roks was tot dan toe de knecht van het gilde geweest.
Daarom moest er ook nog een nieuwe knecht komen en dat gebeurde in de persoon van Door Adriaensen.

In 1944 zou volgens het reglement weer koning geschoten moeten worden maar volgens het ledenboek is er wegens omstandigheden in 1944 niet geteerd en ook geen koningschieten geweest. De teerdag is altijd rond 7 november en  het koningschieten vond ook altijd rond die datum plaats.

Die omstandigheden had alles te maken met het verloop van de 2e wereldoorlog. Op 4 oktober 1944 had er een overval van de Duitse bezetters op een radiopost bij de boswachterwoning op de Vloeiweide plaats. Hierbij kwamen een aantal verzetslieden, moeder Neefs en een aantal van haar kinderen bij om het leven.  Vader Neefs werd 3 weken later opgepakt op de Klappenberg in Etten en naar kamp Vught overgebracht.

29 oktober 1944 werd Rijsbergen door de Canadezen bevrijd maar de oorlog zou pas in mei 1945 afgelopen zijn.

 

In 1945 werd het schieten weer opgestart en zo werd er 13 oktober 1946 weer koning geschoten en ditmaal was Piet Hendrickx de gelukkige.

1949 Jaan Daamen

 

Piet Adriaansen werd in 1952 koning en zou dit 4 jaar blijven.

In1956 werd Jan van Veltom koning. Jan was op dat moment al 20 jaar bestuurslid en zou die functie door het koningschap kwijtraken.

11 oktober 1959 werd Jan Daamen op een stoel het gildelokaal in gedragen nadat hij 10 jaar na zijn broer koning had geschoten.

1962 Jan van Ostaayen.

 

Jos Daamen werd in 1965 koning. Door het opzeggen van zijn lidmaatschap moest er vervroegd koning geschoten worden. In 1967 was het bestuurslid Christ Vermeeren die koning werd, hij zou wel in het bestuur blijven na zijn koningschap omdat er een extra bestuurslid nodig was.

In het ledenboek staat vermelding:

Op 15 november 1966 heeft het schuttersgilde St. Willibrordus in het verenigingslokaal van Jan Adriaensen het zilveren jubileum van de heer Tom Aerts als keizer van voornoemd gilde herdacht. De jubilaris had een beste koffietafel aangeboden en verder werd er nog een lange tijd doorgebracht met muziek en dans.

Sinds het overlijden van de keizer Tom Aerts in 1969 wordt het symbool in de vorm van de vogel gedragen door de hoofdman.

 

 

Drik Chantrel werd in 1970 op de troon gezet.

 op de foto v.l.n.r.Jan Adriaensen, Kees Mathijssen, Christ Vermeeren, Jan van Ostaaijen, Drik Chantrel, Dien Chantrel-Bastiaansen, Piet Adriaensen en Cees Daamen.

 

Piet Daamen-Haest en Jef Verschuuren schoten in 1973 beiden in dezelfde ronde raak waardoor er gekampt moest worden. Jef Veschuuren zou deze winnen dus koning zijn.

1976 Martien Aerts

 In 1979 werd Toon Godrie koning in het 1e jaar van zijn lidmaatschap.

 Op de foto v.l.n.r. Christ Vermeeren, Toon Godrie, Martien Aerts, Jaan Jacobs, Cees Daamen en Jan van Ostaaijen

 

 

De manier waarop tot dan toe het koning schieten bijna altijd ging was met de oude buks en een pluimpje. Op een schietkaart werd een ijzeren ring rond de roos gemaakt waar het pluimpje precies in paste. Met de nauwkeurigheid van de buksen en het pluimpje was het voor iedereen mogelijk om koning te schieten omdat er toch ook wel wat geluk bij kwam kijken.

 

 

Cees Vermeeren wordt evenals zijn vader 15 jaar eerder in 1982 de koning van het gilde.

15 jaar na de 1e keer wordt in 1985 Drik Chantrel voor de 2e maal koning en gefeliciteerd door Cees Daamen.

 


In 1988 lukte het Frank Verpaalen na ruim 5 uur schieten  (640 schoten) om het poeske in het ringetje te krijgen.

 Op de foto v.l.n.r. Cees Daamen, Geert Boot, Frank Verpaalen, Jack Buijnsters, Jaan Jacobs en Christ Daamen.

 

23 oktober 1991 kreeg Johan Jochems de koningsketting omgehangen door Cees Daamen omdat hij in de 6e schietronde het doel trof.

In 1994 vond Johan Jochems dat het koningschieten anders en aantrekkelijker moest worden dus zo werd er op de vogel geschoten met als winnares Marian de Bont die daarmee onze 1e koningin werd.

Bij het koning schieten op de vogel is er een vogel nagemaakt van hout die bovenop een lange holle buis gezet wordt die rechtop gezet is. Aan de vogel zit een draadeind die in de holle buis hangt.

Als het schieten begint mogen alle leden tegelijk op de vogel schieten tot bijna al het hout kapot geschoten is. Dan mag de hoofdman 3x schieten en de oude koning 3x. Is het dan niet gelukt dan gaan de schutters om de beurt schieten tot het laatste stuk hout weg geschoten is zodat het draadeind naar beneden valt en de koning bekend is.

 Johan Jochems had zich de vraag gesteld hoe sterk moet ik die vogel maken zodat deze niet te snel valt?  Nou deze had hij degelijk gemaakt want het draadeind wilde niet vallen.

Hierdoor was men genoodzaakt om de paal plat te leggen en het draadeind te monteren aan een bierviltje. Uiteindelijk lukte het dus Marian de Bont.

  


Het koningschieten in 1997.

  

In 1997 is het bestuurslid Cees Huijbregts die de titel wint.
Het is dan de 1e keer dat er in de zomer geschoten wordt omdat dan de kans op goed weer groter is.

De nieuwe koning moet dan nog wel wachten tot de teerdag want dan begint zijn periode als koning officieel.

 

In 2000 lukte het Johan Vermeeren-Havermans na een uur schieten om het laatste stukje van de vogel naar beneden te halen.

Op de foto neemt hij de felicitaties in ontvangst van de oude koning Cees Huijbregts onder toeziend oog van Hans v.d. Broek.

In 2003 mocht de hoofdman bestuurslid Marien Aerts voor de 2e keer als koning huldigen.

 


In 2006 is het voor de 5e keer dat een bestuurslid in de persoon van Dre Frijters koning schiet.

 Op de foto v.l.n.r. Christ Wagemakers, Toon v.d. Berg, Toon Kokx, Jack Buijnstrers, Frank Bastiaansen, Marian de Bont, Dre Jacobs, Dre Frijters, Cees Hendrickx, Guust Daamen, Piet Machielsen, Rien v.d. Riet en Edwin Domen.

 

Het koningschieten is in 2006 een uitje voor het hele gezin met een barbeqeu na afloop en een luchtkussen voor de kleinere kinderen.

 

Zo is er tot heden toe 25 maal gestreden om de titel en hebben we 21 koningen, waar van er 1 keizer werd, en 1 koningin gehad die de eer hadden of nog heeft om de koningsketting te dragen.

 

* Aanvulling 2020.

 Marian de Bont wordt in 2009 voor de tweede maal koningin, 15 jaar na de eerste keer.

 

2012 is een bijzondere editie want de scheidende koningin heeft 2 dagen voor de verschieting samen met de hoofdman en een aantal andere leden haar lidmaatschap opgezegd en de vereniging verlaten. De secretaris Cees Huijbregts spreekt de aanwezige leden toe en wordt besloten ondanks alles het schieten te starten. Na 2,5 uur schieten lukt het Toon Kokx om de vogel naar beneden te krijgen en krijgt hij de koningsketting omgehangen.

 

Na 35 minuten is het in 2015 Toon van de Berg die het laatste deel van de niet zo’n stevige vogel neer te halen.
Na van de schrik te zijn bekomen neemt hij het koningschap aan.

Cees Huijbregts  lukt het om na 21 jaar in 2018 voor de tweede maal de koningstitel te behalen en daarmee keert hij terug in het bestuur waar hij in 2015 afstand van gedaan had.

Door de jaren heen heeft het gilde altijd kunnen rekenen op een aantal mensen dat zich op een of andere manier inzetten om het gilde zo goed mogelijk te laten functioneren zodat alle leden hierin zowel hun sportieve als ontspannende hobby kunnen uitoefenen.

Naarmate het ledenaantal groeide is ook het bestuur gegroeid want in 1931 bestond het bestuur uit de hoofdman, 3 bestuursleden en de koning zonder stemrecht.

In 1957, 1970 en 1979 vond men het noodzakelijk om het bestuur uit te breiden met 1 persoon zodat het bestuur nu bestaat uit de hoofdman, 6 bestuursleden en de koning nog steeds zonder stemrecht.

De functies penningmeester en secretaris zijn pas in 1974 ingesteld nadat men het beter vond dat niet alles alleen door de hoofdman gedaan moest worden. Tot die tijd werd er in het ledenboek de leden vernoemd met soms wat aanvullende aantekeningen.

Er zijn nog twee functies in gebruik geweest die er nu niet meer zijn nl. de knecht en de vaandeldrager.

De knecht was de persoon die aangesteld was om de orders van de hoofdman of zijn vervanger op te volgen en zo nodig de leden binnen 24 uur op te roepen. En ook moest hij bij ieder feest van de vereniging de leden dienen.
Zeker in de beginjaren moest de knecht iedereen dan ook persoonlijk benaderen want telefoons en auto’s waren toen bij de gewone man nog niet in gebruik. Als tegenprestatie hoefde de knecht dan geen gelag te betalen. Deze functie is in 1981 afgeschaft en over genomen door de bestuursleden zelf.

 


Aantekeningen in het ledenboek van het jaar 1945

 

* Aanvulling 2020.

 

Hoofdmannen
Adr. Beckers 1931 . 1936
Cees Jacobs 1936 1968
Cees Daamen 1968 1999
Christ Wagemakers 1999 2012
Rien van de Riet 2012 heden

 

Bestuursleden
Cees Adriaensen 1931 . 1955
Cees Jacobs 1932 . 1968
M. Embregts 1931 . 1935
Jan van Veltom 1936 . 1956
Piet Roovers 1936 . 1954 Overleden
Jaan Daamen 1955 . 1965
Sjaan Roovers 1957 . 1973
Piet Adriaensen 1956 . 1968
Christ Vermeeren 1957 . 1984 Onderbroken door het koningschap van 1967-1970
Jan van Ostaayen 1965 . 1990 Overleden
Cees Daamen 1967 . 1999
Jan Adriaensen 1969 . 1973
Cees Mathijssen 1969 . 1997
Jo Luteijn 1974 . 1979
Jaan Jacobs 1974 . 1991
Jaan Bastiaansen 1979 . 1988
Martien Aerts 1979 . 2009
Christ Wagemakers 1984 . 2012
Christ Daamen 1989 . 2001
Cees Huibregts 1990 . 2015
Dre Frijters 1991 . 2012
Marian de Bont 1997 . 2012
Cerry Peeters 1999 . heden
Andre Jacobs 2001 . heden
Rien van de Riet 2009 . heden
Martijn van de Reijt 2012 . heden
Guust Daamen 2012 . heden
Hans van de Broek 2012 . heden
Janus Domen 2015 . heden

 

Knechten
Geert Roks 1931 . 1941
Door Adriaensen 1942 . 1946
Jaan Willemsen 1947 . 1962
Wim Adriaensen 1963 . 1975
Jaan Bastiaansen 1976 . 1981

 

Vaandeldragers
Jaan Willemsen 1941 . 1963
Jac (Martien) Aerts 1964 . 1969

 

Secretarissen
Jo Luteijn 1974 . 1979
Martien Aerts 1980 . 1999
Cees Huibregts 2000 . 2015
Guust Daamen 2015 . heden

 

Penningmeesters
Jaan Jacobs 1974 1988
Christ Wagemakers 1989 1999
Christ Daamen 2000 2001
Cerry Peeters 2002 heden

 

 

Het bestuur tijdens het 60 jarige bestaan :

 

v.l.n.r.  zittende Jaan Jacobs, Cees Daamen en Frank Verpaalen.
Staand Cees Huibregts, Martien Aerts, Christ Daamen, Christ Wagemakers en Cees Mathijssen.

 

Ons gilde heeft in de loop der jaren ook heel wat leden de titel erelid mogen geven vanwege verdiensten en/of trouw lidmaatschap.

De eerst ereleden werden in 1969 benoemd vanwege hun bestuurlijke activiteiten van het begin af aan nl. de oud hoofdman Cees Jacobs en oud bestuurslid en koning
Piet adriaensen.

V.l.n.r. Drik Chantrel, Cees Mathijssen, Christ Vermeeren, Cees Jacobs,
Cees Daamen, Piet Adriaensen, Jan Adriaensen en Christ Roovers.

v.l.n.r. Cees Daemen, Jan Jacobs en Cees Daamen.

In 1982 mochten Cees Daemen en Jan Jacobs een cadeau in ontvangst nemen van hoofdman Cees Daamen en de titel erelid omdat zij 50 jaar trouw lid waren. Omdat Jac Aerts in 1933 lid geworden was kreeg hij in 1983 het erelidmaatschap.

v.l.n.r  Jac Aerts,  Martien Aerts en Cees Daamen.

Christ VermeerenChrist Vermeeren werd in 1984 erelid vanwege zijn verdiensten voor het gilde. Christ maakte onafgebroken deel uit van het bestuur van 1956 tot 1984 wanneer hij wegens gezondheidsredenen moet stoppen. Hij was ook koning van 1967 t/m 1970.

In 1985 mag de hoofdman weer namens de vereniging iemand tot erelid benoemen wegens 50 jarig lidmaatschap waarvan 17 jaar als bestuurslid nl. Sjaan Roovers.

v.l.n.r. Cees Daamen, Sjaan Roovers en Jaan Daemen (40 jaar lid).

In 1992 worden er door de vergadering zelfs 3 leden tot erelid benoemd nl.

  • Jaan Jacobs die op dat moment na 17 jaar penningmeester te zijn geweest daarmee stopte.
  • Door Adriaensen omdat hij 50 jaar lid van het gilde was
  • Willem Huijbregts vanwege zijn lang lidmaatschap.

v.l.n.r. Cees Daamen, Jaan Jacobs, Door Adriaensen en
Willem Huibregts.

In 1997 is Cees Mathijssen tot erelid benoemd nadat hij na 28 jaar zijn bestuursfunctie neerlegde. Cees is in al die jaren de man op de achtergrond geweest die het papierwerk verzorgde. Als er brieven, schietkaartjes, gelagbonnen, schietboeken of wat dan ook gemaakt, gekopieerd of gestencild moest worden dan was Cees de man die het verzorgde.

Tijdens de jaarvergadering van 2005 kreeg Cees Mathijssen een herdenkingsbord aangeboden wegens zijn 50 jarig lidmaatschap.

Op de foto v.l.n.r. voor de tafel Hans v.d. Broek, Jac v.d. Linden, Christ Daamen en Cees Mathijssen.
Achter de tafel Toon Jansen, Martijn v.d. Reijt, Maarten Dijkers, Cees Hendrickx, Johan Jochems, Pascal van Gils, Mart Aerts, Piet Machielsen, Toon Kokx, Cees Schaliboom, Toon v.d. Berg en Guust Daamen.

Nadat Cees Daamen stopte als hoofdman in 1999 is hij als dank voor al zijn bewezen diensten natuurlijk ook tot erelid van de vereniging benoemd.

v.l.n.r. Anneke en  Cees Daamen en Christ Wagemakers.

* Aanvulling 2020.

2007 Piet Daamen na 50 jaar trouw lidmaatschap.

2009 Martien Aerts bij het afscheid nemen na 30 jaar bestuurslid te zijn geweest waarvan 16 jaar als secretaris

2015 Cees Huijbregts na 25 jaar bestuurlid geweest te zijn waarvan 16 jaar als secretaris. Hij nam na 1 jaar lidmaatschap in 1990 al de bestuursfunctie over van zijn overleden schoonvader Jan van Ostaayen.

* Aanvulling 2020. 

De activiteiten die de laatste jaren plaatsvinden zijn:

 De rottenverschieting :

Deze onderlinge wedstrijd bestaat uit 7 verschietingen waarbij een hoofddoel van 3 kaarten bij elkaar geteld worden. Daarnaast moeten er ook 40 bijdoelen (losse kaarten) geschoten worden om in aanmerking te komen voor een prijs. Deze prijsuitreiking vindt plaats in december na een lekkere Brabantse koffietafel. Deze vinden plaats in de maanden januari t/m juni en september. Er zijn in die maand dan 3 avonden mogelijke om te schieten, men is vrij om te kiezen welke. Deze dagen zijn altijd op zaterdag of maandag.

 

De kringverschieting :

Dit is een wedstrijd samen met andere schietverenigingen. Dit vindt al jaren plaats maar onbekend vanaf wanneer precies. De verenigingen die er nu aan deelnemen naast onze vereniging zijn: De grensschutters (Schijf), RODA (Leur), SIOS (Zundert), Stuivezand, Onze Lieve Vrouwe Gilde Kolveniers (Kalmthout) en het Koninklijk Gilde St. Christoffel (Wuustwezel). Verenigingen die er voorheen ook aan deelnamen waren o.a. de Oud-Indië strijders uit Rijsbergen en schietverenigingen uit  Dinteloord, Oud-Gastel, Hoeven en Prinsenbeek. Deze vinden plaats in de maanden januari t/m juli. De prijsuitreiking wordt roulerend per vereniging georganiseerd.

 

Uitwisseling met Gilde St. Jan Wernhout:

Sinds 1983 is er een uitwisseling met het Gilde St. Jan uit Wernhout. Hierbij wordt in Wernhout met het flobert en thuis met de luchtbuks geschoten.

 

Prijsverschieting:

Elk jaar in oktober wordt er een grote prijsverschieting georganiseerd waaraan iedereen kan deelnemen. Hieraan wordt deelgenomen door schutters van o.a. uit heel Brabant en Vlaanderen. 

Er word geschoten in verschillende klassen zodat iedereen op eigen niveau kan meedoen.

Teerdag:

Ieder jaar is er een teerdag rond de naamdag van St. Willibrordus (7 november). Deze dag begint in de ochtend met een heilige mis in de St. Bavo kerk waarna er een jaarvergadering is in het clubhuis. De vergadering start met worstenbrood en koffie en wordt afgesloten met een lunch van gebakken eieren.

Na de jaarvergadering in de ochtend op de teerdag is het de gewoonte geworden om in de middag een activiteit te ondernemen.  De dag wordt afgesloten met een diner en feestavond.

De ondernomen activiteiten in de middag zijn: 

2000 Kleiduiven schieten bij Trapke op in Huijbergen

2001 Schieten met diverse wapens bij de Koningsschutters in Rucphen

2003 Rondleiding door de Lokker en Pannehoef

2004 Handboogschieten bij Nimrodd in Etten-Leur

2005 Boerengolf bij Piet Machielsen

2007 Rondleiding over de Buissche Heide bij Achtmaal

2008 Boerengolf bij Piet Machielsen

2009 Rondleiding bij het Vogelopvangcentrum in Zundert

2010 Demonstratie bij de klompenmakerij van Jac Jacobs in etten-Leur

2011 Kleiduiven schieten bij Trapke op in Huijbergen

2012 Rondleiding bij het Museum het Paulushofje in Etten Leur

2013 Schieten met diverse wapens bij de Koningsschutters in Rucphen

2014 Vissen bij Dre Leenaerts visvijvers in Achtmaal

2015 Rondleiding bij het Luchtvaartmuseum op Seppe

2016 Rondleiding bij de groente en fruit veiling te Hoogstraten

2017 Rondleidingen bij D. Woestenberg Metaalbewerking en Loon,- en grondwerkbedrijf Wil Huijbregts in Zundert

2018 Rondleiding in Molen de Lelie in Etten-Leur

2019 Rondleiding in het Militair Historisch museum te Achtmaal